reisblog 2 (BRON ONDERAAN DE TEKST!)
Geplaatst
op 14 november 2019 om 23:04 uur
Later kwam de koning van het eiland zich voorstellen
aan de Nederlanders. Deze werd hartelijk ontvangen en kreeg een aantal
geschenken. Na nog een paar dagen handel drijven, vond ik dat er genoeg
voedsel aan boord was en varen we verder naar een ander eiland: Rotterdam. Hier
werd nog water ingeslagen en zo kon de terugreis naar Batavia beginnen.
De terugreis was alleen niet zonder gevaren. Nadat de
Zeehaen en de Heemskerk op 1 februari 1643 het eiland Rotterdam verlieten,
kwamen ik en mijn bemanningen in een hevige storm terecht. Door de
stuurmanskunst van mij ontsnapten we toch nipt(net) aan deze storm. Gedurende
de hele reis had ik maar 15 bemanningsleden verloren.
Ik maakte nog een reis, in 1644. Dit keer ging ik via de zuidkust van
Nieuw-Guinea. Mijn opdracht van de VOC was om Nieuw-Guinea te verkennen maar
ook om uit te zoeken waarin de Papua bevolking (bewoners van Nieuw-Guinea)
graag zouden willen handelen. De Papua bevolking had echter geen enkele
belangstelling(aandacht) in de spullen die ik mee had genomen.
Een andere opdracht van de VOC was om te ontdekken of Nieuw-Guinea een eiland
was of dat het aan Australië vastzat. Ik heb langs de hele kust van Australië
gevaren en kwam tot de conclusie dat Nieuw-Guinea een los eiland was.
Volgens de VOC was deze reis van mij een mislukking omdat ik niet lang genoeg
aan land was geweest en geen handelsovereenkomst had gesloten met de Papua
bevolking. Gedurende een eeuw zou de reis van mij het enige Europese bezoek aan
Tasmanië en Nieuw-Zeeland blijven. Australië werd nog wel vaker bezocht, maar
meestal bij toeval.
Mijn derde reis maakte hij in 1648 met
acht schepen, 900 zeelui en 250 soldaten. Ik had als doel om bij de Filipijnen
de Spaanse zilvervloot uit Mexico te onderscheppen en de kostbaarheden te
veroveren. Ik slaagde er echter niet in om een Spaans galjoen(leger) te veroveren.
Teleurgesteld trokken de schepen van mij langs de Filipijnen waar in het
kustgebied alsnog geplunderd werd. Na de eerste mislukte opdracht voeren de schepen door naar Ayutthaya om daar ons
tweede opdracht te vervullen. We moesten de koning van Ayutthaya bijstaan(helpen-steun
geven) bij een oorlog tegen de vijanden. Daarom nam ik ook 250 soldaten mee. De
oorlogsplannen van de koning waren echter gewijzigd(veranderd) en de schepen waren niet
meer nodig. Daarom keerden we in 1649 terug in Batavia.
Er werd een aanklacht(beschuldiging) tegen mij ingediend omdat ik zonder vorm van proces een
matroos had laten ophangen. Hierdoor moest ik een behoorlijke schadevergoeding
betalen en was mijn beroemdheid beschadigd.
In 1652 nam ik ontslag bij de VOC. ik behoorde toch al tot een van de rijkste
inwoners van Batavia. De kerk van mijn oorspronkelijke woonplaats
(Lutjegast) ontving van mij een bedrag van 25 gulden.
De ontdekkingsreizigers hadden
nodig: goede kaarten, een goed schip en een kompas. Zo vonden zij allerlei
verre landen. Er ontstond handel met die verre landen. Handel in etenswaren
bijvoorbeeld. Handel kon ook over land, maar dan moest er onderweg veel belasting
betaald worden. En veel landen zijn over land helemaal niet bereikbaar.
Bijvoorbeeld Australië, Nieuw-Zeeland en landen in Noord- en Zuid-Amerika. De laatste jaren van mijn carrière werkte ik als veerschipper
op en rond het eiland Java….
Dit was mijn
reis. Ik vond het een super leuke reis!!!.

BRON: https://abel-tasman.jouwweb.nl/reizen
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.