Avatar Richard Van Bergen

Richard Van Bergen

Reisblog 1 ( BRON ONDERAAN DE TEKST!)

Geplaatst op 14 november 2019 om 22:48 uur



Mijn reizen:  

In 1642 kreeg ik een opdracht van gouverneur-generaal Antonio van Diemen om het Onbekende Zuidland te verkennen(onderzoeken). Door de VOC was deze reis naar het Zuidland al eens ondernomen, maar het had niets opgeleverd. Integendeel, de vijandige bewoners van deze gebieden maakten veel slachtoffers onder de bemanningsleden van de VOC. Verder was er ook nog een kostbaar schip vernietigd. Toch wilde de VOC opnieuw een ontdekkingsreis naar het Zuidland ondernemen, omdat we dachten dat er kostbare grondstoffen te vinden waren… Nu was het de beurt aan mij! De reis werd voorbereid in 1641 door Franchoijs Jacobsz Visscher. Franchoijs Jacobsz bepaalde dus de route van de schepen onder leiding van mij.  

 Op 14 augustus 1642 ging ik op ontdekkingsreis met twee schepen: de Zeehaen en de Heemskerk. Ik had de leiding over beide schepen maar zelf voerde ik op de Heemskerk. Ook Visscher voer op dit schip mee, waar hij opperstuurman(schipper) was. Op het andere schip maakte de tekenaar Isaac Gilsemans(taak: tekeningen maken) tekeningen van alles wat we onderweg tegenkwamen. Op de schepen hadden we voedsel meegenomen voor één jaar. Dit raakte echter al snel op, dus we moesten een tussenstop maken op het eiland Mauritius. Op dit eiland werd voedsel bijgevuld en werd een schip gerepareerd dat in slechte conditie was. Schip gerepareerd: Na 9000 km varen ontdekten we een eiland. Ik noemde dit eiland naar mijn opdrachtgever en noemde het Anthoonij van Diemenslandt. Nu heet dit eiland Tasmanië. Op 1 december 1642 gingen ik en mijn bemanningen van boord aan de oostkust van Tasmanië om vers fruit en verse groente te zoeken. In de verte hoorden we muziek en zagen we rookpluimen opstijgen, maar de bevolking liet zich niet zien. Er werd een vlag in de grond gezet met het merkteken van de VOC en we voerden verder naar het oosten. Op 13 december 1642 kwam een groot land in zicht. We zagen als eerste Europeanen, de westkust van het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland (nu Okarito). Ik noemde dit eiland 'Statenland'. Deze naam werd echter een jaar later veranderd naar Nova Zeelandia (Nieuw-Zeeland).

Op 18 december gingen we aan land en maakten we kennis met de bevolking: de Maori. Bij binnenkomst van de onbekende Europeanen werd er door de Maori op een soort trompet geblazen. Ik beantwoordde deze groet met trompetsignalen. Helaas voor mij waren de Maori niet geïnteresseerd in de textiel die we mee hadden gebracht, bovendien konden we elkaar ook niet verstaan. De volgende dag werden vier scheepslieden van de Zeehaen gedood door de Maori. Waarschijnlijk dachten de Maori dat de trompetsignalen van mij een oorlogsverklaring betekenden. Door dit incident(ongeluk) gaf ik deze plaats de naam 'Moordenaarsbaai'. Tegenwoordig heet de Moordenaarsbaai 'Golden Bay'


Na een aantal weken varen gingen we op 21 januari 1643 voor anker bij het eiland Amsterdam. Amsterdam was ook bewoond en dankzij hun ontmoeting met de Maori was de bemanning van de Heemskerk en de Zeehaen nu op ins hoede(aan ons). We wilden niet nog een keer zoiets meemaken als bij het vorige ontdekte eiland. Gelukkig waren de bewoners van Amsterdam een stuk vriendelijker. Een paar bewoners kwamen op de Nederlandse schepen en zo ontstond er handel tussen deze twee totaal verschillende volkeren. Er werden kokosnoten en bananen geruild voor spijkers; iets wat de inwoners van het eiland nog nooit gezien hadden!



BRON: https://abel-tasman.jouwweb.nl/reizen




Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie