Avatar Remko Koenen

Remko Koenen

Italië 2020

Geplaatst op 20 september 2020 om 11:21 uur



17-09 Maassluis – Venetië De werkweek is zelden zo druk geweest. Ook vandaag moet ik nog een hoop regelen, maar om kwart over drie kan de laptop uit en kan ik eindelijk aan de voorpret beginnen. Ik vlieg om iets over half negen en land om kwart over tien. Als ik in het vliegtuig mijn telefoon pak om de vliegtuigmodus in te schakelen, zie ik dat ik een melding heb in de app van Buitenlandse Zaken. Het reisadvies naar Italië is aangepast. Dat meen je niet! Ik moet er nog heen! Gelukkig blijkt het om een versoepeling van de regels op Sardinië te gaan. Ik slaakt een zucht van verlichting en schakel de vliegtuigmodus in. Vanaf de luchthaven loop ik naar de boot, die mij in vijf kwartier naar het eiland Lido brengt. Daar wordt ik opgewacht door Gianni die met J naar het appartement brengt. Het is inmiddels rond één uur, dus ik heb wel zin in een goede tuk. 18-09 Venetië Venetië! Het is even uitzoeken hoe het zit met de boten, maar eenmaal bij San Marco aangekomen ben ik toch van plan de rest te voet te doen. Ik bezoek eerst het San Marco plein en ga de campanile de San Marco in, vanwaar ik een prachtig uitzicht heb over heel Venetië. In de basilica is alleen het museum open. De rest is in onderhoud. Ik besluit de rij er niet voor over te hebben en sla de binnenkant van dit imposante gebouw over. De rij voor de palazzo Ducale valt reuze mee, maar ik ga eerst ontbijten. Na een prima eerste maaltijd voor Hollandse prijzen loop ik de stad in. Ik zie op de kaart bezienswaardigheden staan, maar er terecht komen blijkt een enorme uitdaging. Een doolhof van kleine steegjes stuurt mij telkens de “verkeerde” kant op, dikwijls eindigend bij een muur of hek waar ik niet door kan of één van de kanalen. Niet dat het een probleem is. Het constant verdwalen heeft wel wat. Op één van de vele Campos (pleintjes) waar ik toevallig op loop besluit ik een bakkie te doen. Met enige gene bestel ik een Americano, want die éénsloksespresso’s zijn mij toch iets te gortig. De koffie is heerlijk. Het gebakje erbij ook. Ik struin verder door de stad en kom na lange omzwervingen bij de Rialto brug uit. Dit is een afvinkpuntje en de drukste plek waar ik tot nu toe ben geweest. Je kan wel begrijpen waarom dit vroeger een hele belangrijke verkeersader is geweest. Zoveel bruggen over het grote kanaal zijn er niet en dit is de meest centrale. Daarna is het tijd voor een Gelato, vind ik. Ik peuzel hem op, zittend op een stoepje aan een campootje. Een Campo of wat verder besluit ik een rustpauze in te lassen. Op een bankje in de schaduw met mijn schoenen uit lees ik wat in een meegebracht boek. Na een dik half uur voel ik mij voldoende uitgerust om mijn slenteringen te vervolgen. Ik besluit met een boog tot aan de Punta della dolgana te lopen, op het eiland Giudecca, waar ook de indrukwekkende basiliek Santa Maria della Salute te vinden is. Van daar loop ik terug en steek het Grand Canal via de Ponte dell’Accademica over. Even later ben ik terug op het Piazza de San Marco. De rij voor het Palazzo Ducale is nog korter dan vanmorgen. Eerst wil ik een toiletstop en een biertje. Het wordt met 11 euro voor een flesje het op één na duurste biertje dat ik ooit heb gedronken. Het tappie in het Burj AL Arab was ooit nog een euro duurder… Het doet aan de smaak en het dorstlessende vermogen niets af. Ik bestel er nog een. Het complementaire bakje chips deel ik met een gehavende duif die er niet voor terug deinst om op mijn tafel plaats te nemen en een aantal exemplaren weg te schrokken. Als hij de rest van zijn familie meeneemt, vind ik het welletjes en reken af. Palazzo Ducale kent maar één toegangskaart, die je ook entree verschaft voor nog drie andere musea. Ik ben niet van plan die te bezoeken, maar ik moet dan nog steeds €25,- betalen om hier naar binnen te mogen. Dat is mij toch echt te gortig en ik maak rechtsomkeert. Dan pak ik de boot maar naar San Giorgio Maggiore, oftewel Saint George, oftewel heilige Sjors. Vanaf die toren heb ik eigenlijk een nog mooier uitzicht dan vanochtend vanaf de Campanile de San Marco en voor bijna de helft van de prijs. Het lopen nu wel zat loop ik de wijk in voor een wat meer betaalbaar pilsje. Na een tweetal barretjes zoek in een restaurant op, dat volledig leeg is op een aantal tafeltjes in het tuintje van vier bij vier na. Ook ik neem daar plaats en bestel een Voorgerecht en een pizza. Venice by night valt mij wat tegen, dus ik pak de boot terug naar Lido, het eiland waar mijn slaapadres zich bevindt. Ik verblijf bij een ouder echtpaar dat louter in het Italiaans communiceert. Van mijn Engels begrijpen ze ook geen snars. Maar dat weerhield Gianni, de man, er niet van mij bij aankomst alles tot in detail in vloeiend Italiaans uit te leggen. Met wat gebaren taal begrijp ik het meeste wel. Lieve mensjes zijn het! Hun koelkast staat bovendien vol met yoghurtjes, flesjes water en bier, vrij voor mij om te nemen. Ik zal ze een vlammend goede recensie geven. Bij thuiskomst zijn ze echter nergens te bekennen. Ik duik mijn slaapkamer in en relax nog wat voor het slapen gaan. 19-09 Venetië Gisteren moest je erg je best doen om een wolk in de lucht te ontdekken. Met 26 graden en een verfrissend briesje was het erg goed toeven. Vandaag dezelfde omstandigheden, zei het één of twee graden “frisser”. Als het weer gisteren niet perfect was, is dat het nu wel. Gianni gaf mij wat tips voor vandaag. Ondanks dat ik hem totaal niet versta, heb ik hem toch redelijk begrepen. Hij had het over Burano, wat ook al op mijn verlanglijstje stond voor vandaag, en noemde een goed restaurant voor de lunch, trattoria da Romano. Op het eiland Murano kan je om vier uur glasblazers aanschouwen. Het klonk mij allemaal prima in de oren. Ik besloot eerst naar het strand van Lido te lopen. Over het strand lopend kwam ik al snel bij de locatie aan waar het filmfestival van Venetië (die van de Leon d’Oro, of gouden Leeuw; niet te verwarren met de gouden Loeki) wordt gehouden. De opbouw voor de 77ste editie van dit jaar was in volle gang. De boot die Gianni mij noemde was al weg, maar met één overstap kwam ik uiteindelijk ook op Burano terecht. Ik had gedacht nu helemaal weg uit de toeristen te zijn, maar daar zat ik mis. Na een uur staan op een overvolle boot kom ik aan op een eiland dat ik het best kan omschrijven als een zeer kleurrijk Giethoorn. Alle huisjes hebben een andere kleur, super schattig, maar het wemelt er van de mensen. Ik wil niet weten hoe het hier was in pre Corona tijden…. Ik lunch bij Trattoria da Romano, wat een bekend restaurant moet zijn. Ik bestel een Spaghetti frutti di mare, maar laat de wijn nog even achterwege. Met een pens vol pasta loop ik naar het eiland Mazzorbo dat via een voetgangersbrug vanaf Burano te bereiken is. De wijngaarden van het Venissa estate, waar ook een Michelin ster waardig restaurant op is gevestigd, is eigenlijk de enige bezienswaardigheid daar. Vervolgens pak ik de boot naar Torcello, voor een bliksembezoek. Veel is ook daar niet te zien, behalve de basilica de Santa Maria Assunta, dat daar al sinds het jaar 639 te bezoeken is. Ook de stenen troon van Atilla de Hun is daar te vinden, waar Atilla zelf nooit op heeft gezeten. De troon stamt wel uit de vijfde eeuw, maar bezorgde niet Atilla, maar de plaatselijke magister een houten reet. Torcello is wel veruit het groenste eiland dat ik heb bezocht. Weg van de “hoofdweg” is het plotseling heerlijk stil. Het is aanlokkelijk om even op Torcello te blijven en van de rust te genieten, maar ik houd het kort want ik wil om vier uur op Murano zijn. Murano staat bekend om haar glaswerk. Als je opgewonden raakt van glas moet dit wel het Walhalla zijn. Zelf heb ik er niet zoveel mee, maar ik zou best wel eens een glasblazer aan het werk zien. Ook het Internet meldt de gratis glasblazersdemonstratie op Murano, maar niet wáár op Murano. Ik zoek een half uur vergeefs, vraag het een paar keer, maar nergens vind ik iets dat lijkt op een glasblazer. Wel een dame die kraaltjes maakt, maar dat vind ik toch minder interessant. Dus geen gratis demo voor mij. Jammer dan. Verder vind ik Murano ook helemaal niet zo boeiend, dus ik wil hier ook weer niet te lang blijven. Terug in Venetië stad denk ik er nog even aan om de Madonna dell’Orto te bezoeken, een kerk met veel schilderijen. Daar was ik gisteren niet meer terecht gekomen. Maar als Google een bruggetje toont die er in werkelijkheid niet is, geef ik er de brui aan. Mijn voeten doen zeer en ik heb een ongelooflijke dorst, Bert. Dus bij het eerste het beste terrasje strijk ik neer bij wat een Ierse pub blijkt te zijn. Een pint Peroni voor 5 euro. Dikke prima! Als ik terug denk aan deze twee dagen ben ik best tevreden. Het was een beetje als een museum bezoeken zonder bij één van de werken echt stil te staan, maar ik heb gezien wat ik wilde. Ik heb een indruk van de stad en de eilanden daaromheen gekregen en daar was het mij toch om te doen. Wat mij opgevallen is aan de toeristen hier is dat veruit de meeste uit Italië zelf kwamen. Die zagen waarschijnlijk de kans schoon om nu zelf eens Venetië te bekijken. Daarnaast hoorde ik voornamelijk Duits. Ook neemt men het niet zo nauw bij het 1 of 1,5 meter afstand houden. Bij de boten is het vooral drammen om aan boord te komen. Een beetje triest, maar verder deert het mij niet. Op de boot terug van Murano zie ik aan de horizon in het westen vaag de contouren van bergen. Ik krijg zin om morgen naar Bologna te gaan, dat aan de voet van de Apennijnen ligt. Daarna de bergen in naar San Marino. Als ik op het terras het weer check, lijkt de temperatuur ook daar nog boven de 20 graden te liggen. Wel wordt er hier en daar een buitje verwacht, maar dat zie ik dan wel weer. Ik heb er zin in. Maar eerst bestel ik nog een biertje. Dikke prima!


Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie