Avatar Long Ngo

Long Ngo

Lang Tang trekking 29 oktober - 9 november

Geplaatst op 10 november 2017 om 06:03 uur



Johannes, een Duitse vrijwilliger van 17, en ik hadden een toffe trekking gevonden van zo’n 12 dagen. Het Lang Tang gebied ten noorden van de hoofdstad Kathmandu is een minder populaire trekking dan bijvoorbeeld de Annapura of Mount Everest Basecamp. Maar dat maakte het wel gaaf, minder toeristen, minder vanzelfsprekende routes en meer uitdagingen. We gingen op zondagochtend richting de chaotisch oogende bushalte. Eerst moesten we nog geld halen, wat natuurlijk nooit vlekkeloos verloopt in Nepal. Johannes moest noodgedwongen overstappen naar de creditcard, wat meer kosten met zich meebrengt. Uiteindelijk hadden we voldoende geld, zo’n €250. We gingen op zoek naar de zuiveringspillen om zo te besparen op water. We kregen een soort chlooroplossing mee, goed voor zo’n 1000 liter voor nog geen €0,50. Dat kon niet best smaken, alleen liever dat dan diaree in de bergen. We zochten de lokale bus op wat niet heel slecht zat, alleen de gemiddelde lengte van de benen van een Nepalees is zelfs korter dan de mijne. We deden er dik 4 uur over om 45 kilometer verderop te eindigen in Melamchi. De gehele weg was erg hobbelig en krap, waardoor er veel stil stonden. Ik had het geluk dat mijn raam ontbrak, waardoor het stof constant in mijn gezicht vloog. Uiteraard was Long weer wat vergeten mee te nemen, het oplaadkabeltje van mijn telefoon. Gelukkig bestond de helft van de winkels in dit kleine dorpje van een straat uit elektronica specialisten. We aten wat bij een restaurant wat verrassend goedkoop was. Vergeleken met de eerdere trekking, wat wel veel toeristischer was, waren de prijzen ongeveer de helft. We hadden zoveel trek dat we teveel hadden besteld en ook nog eens erg pittig, het zweet liep me zoals zo vaak flink over mijn hoofd heen. We gingen naar de guesthouse ol de hoek, waar ze nog geen €2,5 vroegen voor een tweepersoonskamer. Niks te klagen, is alleen maar goed voor ons budget. We liepen door de gehele straat heen om wat snacks te kopen, en ik moest nieuwe slippers hebben. Eenmaal terug kregen we Dal Bhat als avondeten, wat iets meer dan een euro kostte. Het mooie is dat je onbeperkt Dal Bhat kan eten, omdat ze het elke tweemaal eten en altijd de ingrediënten in huis hebben. De elektriciteit viel een aantal keren uit. Gelukkig had ik mobiel internet en kon ik nog even met mijn ouders bellen, voordat het avontuur zou beginnen. We lagen al iets na 9 op bed.
De volgende ochtend gingen we weer naar het restaurantje waar we ook de dag ervoor hadden geluncht. Het ontbijtje van 2 gebakken eitjes, 3 plakjes brood en een kop thee was genoeg om de dag te starten. We gingen op pad met onze flinke backpacks, welke zeker wel 10 kilo wogen. Wel even wennen als je er nooit mee hebt gelopen. De eerste dag zou een van de zwaarsten zijn, aangezien we 17 kilometer moesten afleggen naar Sermathang. Niet de afstand, maar de hoogte zou het erg zwaar maken. We zouden 1700 meter hogerop komen, wat dus veel traplopen betekent. Het eerste gedeelte van een kilometer verliep nog soepel. Daarna werd het zwaarder. Het was al 22 graden en de zon scheen volop. Daarnaast is het altijd wennen om in deze omstandigheden veel te stijgen met al het gewicht. Daarnaast onderschatte ik de pauzes. Ik had alleen een shirt en korte broek aan. Ik zweet sowieso al veel en koel daardoor af, echter was er regelmatig een briesje wat mijn lichaam nog meer afkoelde. Het gevolg was dat ik de volgende 5 kilometer, het zwaarste stuk, veel moest niezen en mijn neus constant vol zat. Daarnaast hielp het niet erg mee dat ik nogal gevoelig ben voor bepaalde plantsoorten. Ik dacht regelmatig aan opgeven of langere pauzes, maar wist dat het allemaal gewenning en bikkelen zou zijn. We kwamen vervolgens in een klein dorpje aan, waar echter geen restaurant te vinden was. Nouja, er was nergens een bord te vinden met een restaurant. We kwamen op de weg ook pas 2 andere trekkers tegen. Waar we rond de Poon Hill eerder honderden mensen passeerden in een half uurtje. We kwamen terecht bij een klein huisje waar uiteraard Dal Bhat werd gemaakt. Het onbeperkte eten zorgt er wel voor dat je altijd genoeg energie hebt voor het volgende deel van je tocht. De jongen die ons bediende waarschuwde al dat het een heel stuk kouder zou zijn in Sermathang. We liepen vervolgens wat meer door en zou het minder zwaar zijn, omdat we in verhouding veel minder heuvel op gingen. We kwamen zoals verwacht 8 uurtjes later aan, wat voor mij een enorme opluchting was. Eindelijk de eerste dag gehaald, wat mentaal ook een overwinning was. We moesten gelijk onze permit halen om door het Nationale Park te mogen lopen. Het stuk dat wij hadden gelopen was nog buiten het gebied en veel mensen deden het met een privé jeep. Maar het leek ons juist goed om pittig te beginnen en zoveel mogelijk te lopen. Nadat we de permits kregen, liepen we naar de eerste de hostel. De enige vragen die we hadden waren: hoeveel kost een kamer voor 2 personen en hebben jullie een hete douche? Als het goedkoop was en er een hete douche aanwezig was, waren wij allang blij. We konden rustig aan gaan douchen en ik moest alvast een wasje met ondergoed draaien, anders zou ik zonder schoon ondergoed zitten. Alleen het probleem zou het weer zijn, het was al rond 5 graden tegen het avondeten aan. Gelukkig waren we voorbereid met een goede slaapzak. We sliepen aardig vroeg door de uitputting van de eerste dag.

De volgende ochtend gingen we rond een uur of 8 richting Tarkegyang. Het stadje stond niet vermeld in mijn gps, dus moesten we de fysieke map gebruiken. We vonden een vrij eenzaam pad waar we een paar huizen zouden tegenkomen. Het eerste stuk was vrij taai en stijl, maar de regenwoud omgeving was om te genieten. We zouden een gebouw passeren, dat omringt was door hekken en ijzerdraad. Het bleek een militaire basis te zijn waar je je permit moest aantonen, zodat je verder kon trekken. We liepen door kleine stukjes sneeuw, wat wel wat had in dat gebied. De paden waren zeer smal, wat alleen maar leuker was. We wisten dat het niet bepaald toeristisch was. Soms was het spoor zelfs zo onduidelijk dat we maar de juiste richting op liepen, zonder te weten waar het zou eindigen. Zo kwamen we tweemaal bij een stuk van de berg, waar een deel verwoest was door de aardbeving. Het hele pad bestond niet meer. Gelukkig hebben de Nepalese mensen er snel op ingesprongen door een nieuw pad te maken. Er lag steeds meer sneeuw op ons pad en eindelijk kwamen we bij de 3 huisjes aan die we op de kaart zagen. We hoopten daar een hapje te kunnen eten en ons water bij te vullen. Helaas was het helemaal dood en verlaten, en was 1 gebouw nog in verwoeste toestand. We besloten door te lopen naar het dorpje Tengyling om wat te eten. Het was een helse weg van alleen maar trappen naar beneden. Het was zeer glad door de sneeuw van een paar dagen geleden. Johannes gleed zelfs vol uit, maar de klap ving hij gelukkig op met zijn backpack. Toen we arriveerden liepen we richting een hotel. Daar kwamen we achter dat de benaming op mijn gps niet klopte en we al in Tarkeyang waren. Dat deden we ruim een uur sneller dan beoogd. Wederom aten we massief Dal Bhat en namen we een warme douche. Daarna was er vrij weinig te beleven, dus besloten we rond te lopen in het gehucht. Er zou een tempel aanwezig moeten zijn, maar helaas. Kort maar krachtig. Daarna deed ik een kort dutje wat zeker nodig was voor het eten. In de avond aten we ons diner en speelden een potje kaarten om daarna naar bed te gaan. Ik lag nog geen minuut in bed rond 8 uur en viel in een diepe slaap tot de volgende ochtend 7 uur. 

Het lopen en de kou maakte mij toch meer uitgeput dan gedacht. We gingen door naar Melamchigaon. Het zou een redelijke daling zijn van 600 meter, maar zouden ook meer dan 600 meter weer omhoog moeten. Het dalen ging zoals vaak vrij gemakkelijk. Je moet alleen geconcentreerd zijn dat je de kracht op je knieën goed verdeeld. Het was geen bijzondere weg naar beneden, het wisselde zich goed af van treden en minder stijle stukken. Eenmaal beneden was het wel weer erg warm. We moesten vervolgens ruim 600 meter omhoog, wat weer niet ten goede kwam van mijn genies en gesnotter. Dat weer genegeerd te hebben, liepen we in een prima tempo door en kwamen we aan in Melamchigaon. Het dorpje zag er aardig primitief uit vergeleken met de eerdere dorpen. Het was duidelijk te zien dat dit dorpje hard was getroffen door de aardbeving. Weinig huizen bestonden uit steen en werden er voornamelijk grote metalen platen en hout gebruikt. We waren de enige gasten in de knusse lodge. We liepen wat rond en kochten snacks voor de volgende dag, omdat we een flinke dag zonder lunch zouden hebben. Ik kocht wat telefoonkaartjes in de hoop dat ik mijn beltegoed kon opwaarderen, om zo het thuisfront up to date te houden. Zelfs opwaarderen lukte niet, zo slecht was de verbinding. Gelukkig had Johannes even minimale connectie en kon ik snel een appje sturen. Vervolgens aten we de gefrituurde momo’s (pasteitjes), waar ze dezelfde ingrediënten gebruikten als voor de Dal Bhat. 

De volgende dag zouden we een pittige klim tegemoet gaan richting Thadepati. Het was slechts een stuk van 4,6 kilometer, maar de laatste 2,5 kilometer was 1,1 kilometer omhoog. Het ging ons niet eens zo slecht af in het begin, al merkten we wel dat de hoogte ervoor zorgde dat we de laatste 400 meter omhoog stukken langzamer gingen. Je merkt het op de longen en het is vrij onmogelijk om nog fatsoenlijk door je neus te ademen. De laatste stukken waren pittig, doordat het steil en glad was. We kwamen aan bij een lodge en waren een van de eerste. Het zou uiteindelijk erg druk worden en zagen we in een uur meer mensen dan we de hele weg tot toen hadden gezien. Het was gezellig met mensen van verschillende afkomsten. Het beste moment van de dag was iets voor zonsondergang, rond 5 uur. Sinds we er waren, was alles bedekt met wolken en mist. Maar richting zonsondergang werd het uitzicht steeds meer helder en konden we eindelijk zien waar we waren beland. Overal zagen we bergen om ons heen, en veel hoger dan wij waren. We zaten zelf op ruim 3600 meter hoogte en dat maakte het alleen nog maar specialer. De avond sloten we af met Dal Bhat en een potje kaarten met een paar Duitsers die we hadden ontmoet. De nacht was vrij fris, en gelukkig was mijn slaapzak er precies voor gemaakt. De nacht was echter wel chaotisch en sliep ik niet heel lekker. Het nare is als je naar het toilet moet, maar het buiten zo koud is. 


De volgende dag hadden we een pittige dag door rond de 600 meter omlaag en omhoog moesten lopen op een minimale hoogte van 3000 meter. Je raakt veel sneller uitgeput en de dagen ervoor voel je ook in je lichaam. We verlieten als laatst de lodge op een mooie zonnige dag. Het was echter wel glad, doordat de sneeuw was bevroren in ijs. Het duurde dus even voordat we klaar waren met de afdaling, waar ik een paar keer bijna op mijn smoel ging. Het blijft altijd goed oppassen, omdat je soms vergeet dat je op een smal pad langs de berg loopt. Het verliep allemaal vrij soepel, maar ik voelde me door de slechte nacht toch niet bijster fit. De laatste 500 meter waren dan ook een hel, door de combinatie van uitputting, grote trek en de hoogte. Mijn focus was vrij slecht en was blij dat we het zonder enige problemen hadden gehaald. Mede omdat het begon te hagelen. Na de lunch gig het al beter. Hete douches hadden ze niet, je krijgt een emmer met heet water waar je het mee moet doen. Je leert wel efficiënt met het water om te gaan en waardeert elk beetje warmte. Vervolgens deed ik een kort dutje wat me goed deed. De ademhaling was relaxt ten opzichte van de vorige nacht, waardoor ik toch besloot om de volgende dag door te gaan. Een rustdag is niet altijd slecht, maar ik moest het maar van moment tot moment voelen. Na het avondeten gingen we al naar bed, het was pas een uur of 7. Maar we zouden de volgende dag na zonsopgang al richting de Laurebina Pass lopen. 

De nacht verliep snel, de ademhaling was goed en ik doorliep mijn diepe slaap zonder wakker te worden. Het zou wel koud zijn zo vroeg in de morgen, alleen het voordeel is dat er geen bewolking is. We zouden ruim 900 meter stijgen naar 4610 meter over de Laurebina Pass. De eerste anderhalf uur ging niet heel best, het opstarten kostte mij veel moeite en de dunne lucht maakte het alleen maar zwaarder. Het ging daarna wonderbaarlijk beter, het was ook wel wat minder stijl. Maar de hoogte zorgde bij mij voor  verbetering en ik zette een reggae lijstje aan om ons te motiveren. Zelfs Johannes had het in het begin zwaar. Uiteindelijk liepen we vlot naar het hoogste punt en kwamen we aan bij de Pass. Het was prachtig, alles ondergesneeuwd en heldere meren. In sommige stukken verdwenen je benen zelfs tot bijna je knieën in de sneeuw. We deden er aardig snel over, en gingen naar een kleine apple pie door. We kwamen rond 11 uur al aan bij het gehuchtje Gosain Kund. Het zou volgens een andere gids zo’n 7 tot 8 uur duren tot we er waren. Het heeft ons nog geen 4,5 uur gekost, terwijl we nog regelmatig stopten om foto’s te maken. Zo konden we wel gaan rusten voor de volgende dag. We waren op 4300 meter hoogte en wilden de top van een berg beklimmen op 5100 meter hoogte. De Surya Peak. De twee Duitse jongens die we eerder hadden ontmoet, zouden vandaag al de peak proberen te klimmen. 1400 meter werd ons iets teveel als je al op 3700 meter zit. De kans op hoogteziekte is groter en daarnaast is het altijd slecht weer aan het einde van de ochtend. Rond 12 was het ook al flink bewolkt en volgden er regelmatig hagelbuitjes. We kwamen aan bij de lodge en kregen zonder veel moeite al de kamer vrij. De tactiek was om altijd te twijfelen en te zeggen dat je de prijzen wil vergelijken. We waren zo hongerig dat we ons bordje Dal Bhat 2x hadden bijgevuld. We moesten immers nog de hele dag doorbrengen. We hingen wat rond en liepen langs de aangelegen meren, maar dat was van korte duur. De dagen lopen kostten ons aardig wat energie. We aten al vroeg om 6 uur en waren om 7 uur al in bed.

We stonden kwart voor 6 op, om de Surya Peak van ruim 5100 meter te beklimmen. Mijn nacht was niet geweldig en kon aan mijn lichaam voelen dat ik wederom moest bijkomen. Toch besloot ik om te gaan, en bij twijfel zou ik stoppen of omlaag lopen. We liepen weer richting de pass, wat vrij gemakkelijk ging. We namen alleen eten, drinken en wat extra kleding mee. Vergeleken met de eerdere dagen voelden we niks van het gewicht. We namen een korte pauze en liepen daarna de berg op. In het eerste deel konden we de voetstappen nog in de sneeuw zien. Maar na nog geen 15 minuten stopte het voor een veld met grote keien en sneeuw. We hadden een stok nodig bij elke stap, om te controleren of er geen gat was tussen de keien. Het kon aardig diep zijn en je kon je er lelijk aan bezeren. Het kostte veel moeite om de andere kant te bereiken. Totaal zo’n 45 minuten. Vervolgens moesten we een heel stuk steiler omhoog, wat heel veel energie kostte. We moesten zelfs tegen een sneeuwwand van zo’n tien meter klimmen zonder de juiste spullen. Eenmaal dichtbij de top voelde ik me niet heel prettig, omdat ik wist dat het mistig zou worden en op tijd terug wilde klimmen. Ik zat op iets meer dan 5000 meter hoogte en Johannes besloot alleen door te klimmen naar de top. Ik kon wel lekker genieten van het uitzicht. Eenmaal terug aten we onze appeltaart wat voor goede energie zorgde. We konden niet dezelfde weg terug, omdat het de sneeuwwand te steil was. We besloten om te lopen naar een stuk dat goed te klimmen leek. Echter was er wederom een steil stuk, ditmaal een rots van ruim 4 meter. We moesten anders dik een half uur omlopen, zonder dat we lager uitkwamen. Daarom zochten we naar een oplossing om op diverse manieren naar beneden te komen. Het duurde even, maar we vonden een manier om toch naar beneden te klimmen. Het werd ook al goed bewolkt en konden maximaal 50 meter verder zien. We liepen door over rotsen, keien en gladde ondergrond. We probeerden kortere wegen te zoeken, maar elke keer was het ergens te steil om beneden te komen. We waren aardig uitgeput en het zicht werd minder en minder. Uiteindelijk vonden we een weg naar beneden en konden we een iets kortere route nemen. We waren blij op de juiste weg terug te zijn. Eenmaal terug konden we weer mooi uitrusten en lag ik al om 3 uur voor een paar uurtjes plat. De avond ging weer snel door de vermoeidheid. 

De volgende dag zou geen hele prettige dag worden. We hadden al flinke dagen achter de rug en moesten nu ruim 2200 meter dalen. Opzich is heuvel af in het begin niet erg, maar het gaat na een tijdje zeer doen in je kuiten, schenen en knieën. De eerste 600 meter tot de brunchplek verliep goed. Ik kon zelfs mijn telefoon opladen, wat de eerdere 4 dagen niet mogelijk was dan alleen via mijn powerbank. Daarna werd het steeds zwaarder, alleen het laatste stuk was frustrerend omdat we volgens de gps verkeerd liepen en we alleen maar trappen af aan het lopen waren. We liepen naar het hotel toe die we aangeraden kregen. Het zag er goed uit en er was zelfs wifi. We wilden de volgende dag richting Rimche gaan, omdat de weg op mijn gps vlak was. Het was echter een foutje, en moesten we 800 meter omhoog lopen. Dat was ons toch iets te veel en gingen maar eerst op tijd slapen. 

In de ochtend spraken we met de baas en hij gaf ons een tip om naar een plek te lopen met wilde dieren. Het zou nog geen 2 uur lopen zijn. Met een lichte rugzak konden we het makkelijk halen dachten we. Na 3 uur lopen kwamen we op een open veld. We gingen door velden heen en elke keer werden we een andere richting opgestuurd. Er liepen wat reeën rond, dus het was wel een mooi gezicht. We liepen verder de heuvel op, maar vonden helemaal niks. We liepen terug naar het veld en het viel me op dat de planten er wel erg bijzonder uit zagen. Het waren iets van 100 wietplanten in het wild, grappig om te zien. Daarna liepen we terug en volgens de eigenaar waren we er bijna vanaf het veld. Achja we hebben andere leuke dingen gezien. Het werd weer een chille avond en de volgende dag wilden we in 2 dagen naar Dhunche lopen, om vervolgens met de bus terug te gaan naar Kathmandu.

De ochtend begon weer met een mooie zonneschijn en we liepen aardig door. Het was wel wat saai, omdat we op een weg liepen en niet op een trekking pad. We zouden al rond 11 uur aankomen, maar helaas mistten we een afslag. En we moesten ook nog omhoog teruglopen. Het werd uiteindelijk rond half 1 in een klein plaatsje. We besloten daarna in 1 keer door te lopen naar Dhunche, omdat er letterlijk niks te doen was en we nog energie over hadden. We liepen vervolgens door en het was toch nog aardig taai. We voelden de afgelopen 9 dagen in de benen en het was er een stuk warmer. We kwamen bij een eerste hotel aan, die veel te veel vroeg. We liepen weg en de vrouw deed geen moeite om ons tegen te houden. De buren waren aardig goedkoop en dat was in het begin niet af te zien. Toen we eenmaal naar boven liepen zag het er vrij oudbollig uit. Ach het is maar een nacht en we hadden onze slaapzak. We kochten de buskaartjes voor de volgende dag en konden weer relaxen.

De volgende dag ging de wekker al om kwart voor 6. En rond 7 stonden we bij de lokale bus. We hadden plek voor de achterste stoelen, maar de bus was alles behalve vol en konden beter voorin zitten. Het leek een busrit te worden van 6 uur zoals de verkoper ons vertelde. Maar niet is minder waar natuurlijk. De weg was soms goed, maar grotendeels zo slecht dat je er met 5 kilometer per uur over een stuk moest rijden. Daarnaast moesten we keren om meerdere mensen op te pikken. Gelukkig had ik mijn telefoon opgeladen en kon ik rustig muziek luisteren. Het bijzondere aan de weg was, dat we door het Nationale Park van Lang Tang reden. Er waren regelmatig militaire controles en in het begin moesten we onze back packs laten controleren. De militair boodt mij zelfs een vriendin aan, maar ik bedankte vriendelijk. Er waren wel veel auto’s met grote speakers op de weg, het zag er naar uit dat de verkiezingen binnenkort waren. De socialistische partij was zoals verwacht sterk aanwezig op het armere platteland. We waren goed op weg, totdat een graafmachine ervoor zorgde dat we weer moesten wachten. Ze waren bezig met het uitgraven van een weg en de beste man legde alle grote keien midden op het smalle pad. We moesten wachten op de bulldozer tot alles weg was gehaald. We kwamen om 5 uur aan, en hadden er dus 10 uur over gedaan. We namen een taxi naar een fast food tent en bestelden een grote menu met kip en friet. Dat hadden we verdiend na 10 dagen flink hiken en gezond eten. 

Foto’s: www.instagram.com/longngo93/


Reacties

Sanne Pasveer
Geplaatst op 26 november 2017 om 01:05 uur
Wat een avontuur weer Long. Die trektocht vergeet je nooit meer. En Dahl Bat is lekker he? Als je dat iedere dag eet dan kak je als een Yak. :-)

Plaats een reactie