bericht 3 Bilal Ayoub 2b
Geplaatst
op 11 november 2019 om 21:53 uur
In 1633 nam De Ruyter als stuurman dienst op een
walvisvaarder, de Groene Leeuw, van de Noordse Compagnie, met als bestemming
Jan Mayen. De reis duurde van 8 mei tot 8 september 1633. In 1635 voer hij op
hetzelfde schip, nog steeds als stuurman, naar Spitsbergen. Hij was verder
actief op de route naar Zuid-Amerika. Het lijkt erop dat de bijnaam De Ruyter
vooral door anderen is gegeven: pas in april 1637 ondertekende Michiel zover
bekend voor het eerst met deze naam, als Machghyel Adriaensen Ruyter. Op 1 juli
1636 huwde De Ruyter zijn tweede vrouw Neeltje Engels (1607–1650). Op 27
september 1637 wordt een zoon geboren, Adriaen (1637–1655), en twee jaar later
een dochter, Cornelia (Neeltje, 1639–1720). In 1641 krijgen ze een derde kind dat
na enkele dagen ongedoopt overlijdt. In 1642 komt er nog een dochter, die zij
Alida of Aaltje (1642–1679) noemen, zoals zijn overleden allereerste dochter.
Op 2 mei 1649 wordt hun laatste kind Engel de Ruyter (1649–1683) geboren, ruim
een jaar later overlijdt zijn echtgenote. De Ruyter had toen al een kapitaal
opgebouwd van vele duizenden guldens en het poorterschap (burgerrecht) van
Vlissingen verworven. Op 23 april 1637 zeilde De Ruyter uit als kapitein van
een directieschip: een particuliere oorlogsbodem van de Vlissingse reders
Lampsins. Het particulier initiatief moest de zwakke oorlogsvloot bijstaan in
de strijd tegen de Duinkerker Kapers. Zeeland had geen officiële directiekamer
en daarom is deze tocht als kaapvaart te omschrijven. In 1640 werd hij kapitein
op de koopvaarder Vlissinge, opnieuw een schip van Lampsins, en maakte een
aantal tochten naar West-Indië. In 1641 was hij onder admiraal Gijsels
schout-bij-nacht en kapitein op De Haze, tijdens de Zeeslag bij Kaap
Sint-Vincent om de Portugezen bij te staan in hun opstand tegen Spanje. Van
1644 tot en met 1651 maakte De Ruyter met zijn schip de Salamander vele
handelstochten op Marokko en West-Indië voor eigen rekening. In 1650 verbleef
De Ruyter meer dan acht maanden in Santa Cruz (het huidige Agadir). De reden is
niet bekend. Wel liet De Ruyter optekenen dat hij daar "met veel
verdriet" was.[5] Zijn reizen naar Marokko waren zeer profijtelijk. Hij
verkocht wapens, peper, bijlen, zilveren kroezen, kistjes en hoeden aan Sidi
Ali ben Mohammed, de leider van een opstandige zuidelijke provincie. Later
verjoeg hij de Algerijnse zeerovers die met hun boten de haven van Salé blokkeerden.
Hij werd vervolgens met de grootste eer in die stad ontvangen. Van zijn intocht
maakte Herman Padtbrugge een gravure (collectie Maritiem Museum Rotterdam). Na
de dood van zijn tweede vrouw op 15 september 1650 hertrouwde De Ruyter op 8
januari 1652 met de zeemansweduwe Anna van Gelder (1614–1687). Zij had een
dochter en een zoon uit een eerder huwelijk. Hij kocht een fraai huis op de
hoek tussen de Lange Nieuwstraat en het Groenewoud,[1] en besloot te gaan
rentenieren. Later dat jaar wordt dochter Margaretha geboren. Zijn laatste kind
is Anna die geboren werd in 1655 en in 1666 aan de pest overleed.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.