Avatar sabrine aittaleb

sabrine aittaleb

reisverslag 2

Geplaatst op 16 november 2019 om 16:10 uur



Conflict met Witte de With Ik kwam in Essen (Duitsland) ter wereld. Door het overlijden van mijn vader ging Jan, gedwongen door geldnood, ging ik op 13-jarige leeftijd als matroos werken. Door mijn ijver, bekwaamheid en moed werd ik op 26-jarige leeftijd tot scheepsbevelhebber bij de VOC bevorderd. In de eerste jaren na mijn aanstelling als kapitein heb ik mezelf verdienstelijk gemaakt met het bestrijden van Duinkerkse piraten. Deze Franse kapers probeerden vanuit Duinkerken, Oostende of Nieuwpoort koopvaardijschepen aan te vallen en onze lading te veroveren. In 1636 achtervolgde en veroverde ik zo’n kaper in de Engelse territoriale wateren. Dat kwam mij duur te staan, want ik werd door de Engelsen gevangen genomen en pas na moeizaam diplomatiek overleg weer vrijgelaten. In juli 1644 kreeg Witte de With opdracht om de blokkade van Deense schepen in de Sont te doorbreken. Met een gewapend konvooi onder leiding van Witte de With voer ik mee. Het was een eigengereid man. Omdat ik in particuliere dienst was vond ik dat ik niet hoefde te luisteren naar Witte de With. Hierover ontstond een grote ruzie. Ik haalde uiteindelijk zijn vlag naar beneden, trapte erop en liet zo zijn ongenoegen en onafhankelijkheid zien. Dat pikte Witte de With niet en ik werd gearresteerd en vastgezet. De bemoeienis van een Franse gezant heeft er uiteindelijk toe geleid dat ik werd vrijgelaten. Tussen 1648 en 1650 bestreed ik succesvol de Barbarijse (Moorse) zeerovers in de Middellandse Zee. In 1649 werd ik slachtoffer van een ordinaire straatroof in Cadiz (Spanje). Ik had 4000 gulden verdiend met de verkoop van Barbarijse kapers als slaven en dat geld werd geroofd, waarbij ik ernstig gewond raakte. Omdat ik door al mijn veroveringen flink wat geld had verdiend wilde ik in 1650 stoppen met de zeevaart en gaan rentenieren. Dat was me helaas niet lang gegund want in 1652 verzochten de Staten Generaal me om, vanwege de eerste Engelse oorlog, de delen van de Engelse vloot in de Middellandse Zee te verhinderen terug naar Engeland te varen. Dat wilde ik op voorwaarde dat ik als particulier zou gaan en dat de marineofficieren hem zouden gehoorzamen. De Staten Generaal gingen daarmee akkoord. Ik reisde naar Italië en nam daar het bevel over de vloot op me. Ik heb met succes verschillende zeeslagen met de Engelsen geleverd en heb ervoor gezorgd dat die delen van de Engelse vloot zich niet tegen de Nederlanders konden keren in de strijd op de Noordzee. Ik betaalde een hoge tol voor dit succes. In de slag bij Livorno werd door een vijandelijke kogel mijn onderbeen zo ernstig gewond dat die ter plekke moest worden geamputeerd met als enige verdoving een glas wijn. Ondanks die verwonding ging ik door met de strijd en bleef mijn mannen met luide stem aanmoedigen en instructies geven. Pas toen de slag gewonnen was ben ik aan land gebracht om verder te worden verzorgd. Helaas ging het vanwege een bloedvergiftiging steeds slechter met mij . ik overleed negen dagen later op 23 maart 1653.


Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie