Op naar Bantam!
Geplaatst
op 15 november 2019 om 20:07 uur
Hallo, hier is een beetje over mijn reis naar Bantam: Reisverslag 2
Op 25 oktober 1616 is het schip de Eendracht van Amsterdam hier aangekomen. Het was een doodgewone tinnen schotel, maar ik had hem plat laten slaan om als aandenken in het lege land te plaatsen.
Mijn naam kwam op het bord: “Dirk Hartog”, die van de opperkoopman aan boord, Gillis Miebais, en die van de onderkoopman en de eerste stuurman. Zij waren de eerste Europeanen die een teken achterlieten in het geheimzinnige Zuidland, of Terra Australis, waar iedere zeevaarder wel van had gehoord, maar waar nog nooit iemand was geweest.
Ik werd schipper op het gloednieuwe schip de Eendracht, dat het jaar ervoor op de Amsterdamse werf van de VOC was gebouwd. Op 23 januari 1616 vertrok de Eendracht in een vloot van zes schepen van Texel via Kaap de Goede Hoop naar Bantam, aan de westkant van Java.
Onderweg raakte de Eendracht de andere schepen kwijt. Ik besloot toen een pas ontdekte en snellere route naar Java te nemen. In plaats van de kustlijn te volgen voer het schip vanaf Kaap de Goede Hoop zo'n zevenduizend kilometer naar het oosten.
Rond de veertigste breedtegraad stond altijd een sterke westenwind, die de schepen snel vooruitdreef. Dat bespaarde de bemanning maanden van hitte, ontberingen en scheurbuik. Het schip moest dan wel op tijd koers zetten naar het noorden om uit te komen bij Java. En het was lastig om op volle zee te bepalen waar je je precies bevond. Toen ik na een maand of twee op zee een stel eilanden voor zich zag opdoemen, met daarachter de kust van wat een uitgestrekt land leek, wist ik dat ik te ver was doorgevaren. Ik liet het anker vallen bij het meest westelijke eiland en ging aan land. Mensen zag ik nergens; alleen steile rotswanden die uit de zee verrezen, zandduinen en struiken. Na twee dagen besloot ik verder te varen. In een rotsspleet boven op een klif plaatste ik een paal, waarop ik een tinnen schotel spijkerde met daarop het bericht dat de Eendracht hier op 25 oktober 1616 was aangekomen en op 27 oktober weer was weggevaren, richting Bantam. Ik voer langs de kust verder naar het noorden, en bracht de onbekende kustlijn tussen de 26ste en 22ste graad zuiderbreedte nauwkeurig in kaart. Het land dat ik had gevonden, noemde ik naar mijn schip 'het Land van de Eendracht' of 'Eendrachtsland'. Daarna pas voer ik door naar Bantam. Maanden later dan gepland kwam ik daar aan. De bestuurders van de Verenigde Oost-Indische Compagnie of terwijl de VOC waren niet te spreken over de omweg die de Eendracht had genomen. Ik keerde terug naar Amsterdam en zou niet meer voor de VOC varen. In plaats daarvan was ik weer op de Middellandse Zee te vinden, en op de Oostzee.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.